Waar moet je rekening meehouden voor een juiste chip?
Wanneer kies je voor chippen?
- Als je net naast de green ligt (tm 25 meter)
- Wanneer er weinig obstakels tussen jou en de vlag zijn
- Als je genoeg green hebt om je bal te laten rollen
- Bij een stevige ondergrond (geen dikke rough)
Chiptechniek
- Gebruik meestal een PW, 9-iron of 8-iron
- Houd je voeten smal, iets naar doel gericht, balpositie achter in je stand
- Handen iets voor de bal, gewicht op je voorste voet
- Geen polsen gebruiken, alleen een simpelen pendule beweging
- Gewoon een "putt-beweging", maar met een lofted club
Veelgemaakte fouten bij chippen
- Te veel kracht gebruiken, laat de zwaartekracht en clubblad het werk doen
- Te veel polsactie, levert niet controleerbare chips op
- Niet door de bal heen bewegen, blijven versnellen
- Balpositie te ver naar voren, je slaat dan snel achter de bal
Wanneer pitchen in plaats van chippen?
- Als je over een bunker of obstakel moet
- Als je weinig green hebt om te laten rollen
- Als je zacht wil landen met weinig rollout
- Gebruik dan je sand wedge of lob wedge
Samengevat:
Chippen: laag, laat rollen - makkelijk en betrouwbaar wanneer je ruimte hebt.
Pitchen: hoog, landt zacht - voor lastige situaties of weinig green.
➜ Kies altijd de eenvoudigste optie die je controleert. Minder risico = betere score!
Wat is het verschil tussen chippen en pitchen?
Chippen: Lage balvlucht, korte slag, vooral bedoeld om de bal net over de rand van de green te laten rollen richting de hole.
Pitchen: Hogere balvlucht, iets langere slag, bedoeld om de bal zachter te laten landen en minder te laten rollen.