Pitchen: hoge / kortere slagen met precisie
Wanneer kies je voor pitchen?
- Je ligt op 20-50 meter van de vlag
- Er ligt een bunker, water of heuvel tussen jou en de green
- Je hebt weinig green om op te landen
- Je wil dat de bal snel stopt bij landing
Techniek & houding
- Gebruik een sand wedge of lob wedge (56° of 60°)
- Voeten smal en open, gewicht licht naar je voorste voet
- Balpositie in het midden tot iets naar voren
- Swing met gecontroleerde rotatie, polsen mogen meewerken
- Focus op ritme, geen harde klappen
Veelgemaakte fouten bij pitchen
- Geen balans houden, zorg voor een stabiele ondergrond
- Afremmen bij impact, blijf door je swing heen versnellen
- Te lang of te ver achterhalen zonder tempo
- Geen loft gebruiken, chippen terwijl pitchen nodig is
Welke club gebruik je?
- Lob wedge (58° - 60°): hogere vlucht, snelle stop
- Sand wedge (54° - 56°): standaard pitch met iets meer rol
- Pitching wedge (46° - 48°): iets vlakkere pitch met meer rollout
Samengevat:
Pitchen = hoog en zacht landen.
Gebruik dit als je over een obstakel moet of snel wil stoppen bij de vlag.
Rustige swing, juiste loft, balans behouden = succes!
Wat is het verschil tussen chippen en pitchen?
Chippen: Lage balvlucht, korte slag, vooral bedoeld om de bal net over de rand van de green te laten rollen richting de hole.
Pitchen: Hogere balvlucht, iets langere slag, bedoeld om de bal zachter te laten landen en minder te laten rollen.